Pot met goud gevonden in Hoef en Haag!
2 maart '18
Tijdens de voorbereiding voor bouwwerkzaamheden aan de Hoevenweg in het nieuwe dorp Hoef en Haag bij Hagestein deden medewerkers van waterleidingbedrijf Oasen een bijzondere archeologische vondst. Bij het graven van een smalle leidingsleuf met een mini-kraan werd een aardewerken pot vol met zilveren en gouden munten opgediept. Het regende letterlijk en figuurlijk munten! De aannemer heeft van deze bijzondere archeologische ontdekking direct melding gemaakt bij het Meldpunt Archeologie van Landschap en Erfgoed Utrecht (LEU). De vondstlocatie is nog dezelfde dag volledig met een metaaldetector onderzocht en alle munten zijn daarbij geborgen. De vondsten zijn vervolgens voor onderzoek overgedragen aan de regio-archeoloog voor Vianen van de Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU).
De vondst
Uit een voorlopige inventarisatie van de regio-archeoloog voor de gemeente Vianen, Peter de Boer van de ODRU, blijkt dat de schat was verborgen in een eenvoudige kookpot van geglazuurd roodbakkend aardewerk. Hierin waren maar liefst circa 500 munten verborgen. De meeste munten zijn van zilver en 12 zijn van goud. Bij het onderzoek zijn fragmenten textiel aangetroffen. Hieruit blijkt dat een deel van de munten was verpakt in stoffen zakjes of doekjes. De munten waren voor een deel aan elkaar vastgekoekt en uit de vorm van de aangetroffen ‘klonten’ met munten blijkt dat een deel los op de bodem van de pot lag en dat een deel in rolletjes was verpakt. Uit de veldwaarneming door het LEU is duidelijk geworden dat de pot in een greppel langs de Hoevenweg was verborgen.
De schat
De munten zijn door conserveringsbureau ArcheoPlan uit Delft schoongemaakt en zullen door een numismatisch specialist (muntkundige) van De Nederlandsche Bank in detail worden onderzocht. Uit de voorlopige inventarisatie van de ODRU blijkt uit de samenstelling en de voorlopige datering van de munten, dat het hier gaat om een zogenoemde ‘omloopschat’. Hierin zijn namelijk munten aanwezig die op het moment van verstoppen gangbare en populaire handelsmunten waren. Er zijn vooral munten aanwezig die zijn geslagen in de tweede helft van de vijftiende eeuw (de Bourgondische periode) en veel munten zijn weinig gesleten. De meest munten lijken te dateren in de jaren ’70 en ’80 van de vijftiende eeuw en de tot nu toe jongst gedateerde munt stamt uit 1481.
In de muntschat zijn munten aangetroffen van verschillende muntheren en muntplaatsen. In de schat zijn onder andere munten aanwezig van koning Henry VI van Engeland (en een deel van Frankrijk), bisschop van Utrecht David van Bourgondië en paus Paulus II. Van Henry VI is een zeldzame gouden munt aangetroffen. Het gaat om een zogenaamde ‘Salut d’Or’ die geslagen is in het eerste kwart van de vijftiende eeuw in Parijs. De meest munten van David van Bourgondië zijn in Utrecht geslagen, maar in ieder geval één munt vormt daarop een bijzondere uitzondering. Deze munt werd namelijk in 1478 in het Friese Bolsward geslagen.
Archeoloog Peter de Boer: “Eigenlijk vormt elke munt in deze schat een beeldverhaal in edelmetaal. Iedere heer gaf door middel van muntslag zijn ‘visitekaartje’ af en daarop is veel te ontdekken! Verhalen over machtsverhoudingen, religie en veel symboliek en dit notabene uit de periode ná het beroemde beleg van Hagestein in 1405. Een tijd waarin we tot nu toe voor de historie van de verwoeste stad Hagestein in het duister tastten. In die zin hebben we er nu een ‘pot vol verhalen’ bij gekregen en zo’n toevalsvondst daar word je als archeoloog heel erg blij van.”
Verder onderzoek
Om een goed beeld te krijgen van de schat is het van belang dat de vondsten integraal worden bestudeerd. De eigenaren hebben deze daartoe tijdelijk aan de gemeente en ODRU in bruikleen afgestaan. Het heeft daarnaast de voorkeur dat de schat bij elkaar blijft voor latere generaties. Hiertoe zal de schat op een later moment door een veilingbedrijf worden getaxeerd en zullen de eigenaren bepalen hoe ze hier verder mee om willen gaan.